1. De middeleeuwen
Alles verwijst naar God, ook in de kunst. Een van de vragen is of God zichtbaar wordt in versieringen of juist in het weglaten daarvan.
2. De renaissance
De renaissance: de mens treedt op de voorgrond als afspiegeling van God. In het voetspoor van de Grieken kijkt hij om zich heen en ziet hij het goddelijke in de juiste, mathematische verhoudingen.
3. De barok
De barok: een tijd van tegenstellingen, bijvoorbeeld tussen de reformatie en contrareformatie, het woord en het beeld. God als moraalridder of als triomf in extatische beelden?
4. De verlichting
De verlichting: mensen zijn wezens die begiftigd zijn met verstand en stellen vanwege ontwikkelingen in de wetenschap kennis over God ter discussie. Tegelijkertijd leven er ook ideeën die het sentimentele benadrukken: de romantiek wordt aangekondigd.
5. De romantiek
De romantiek: de kunstenaar is ‘een god in het diepst van zijn gedachten’. Hij is een schepper, die kan worden overweldigd door de immense kracht van de natuur.
6. Tussen romantiek en modernisme
Tussen romantiek en modernisme: oog voor maatschappelijke wantoestanden. Het begin van het sociaal realisme in de kunst.
7. Het modernisme
Het modernisme: is God dood? In experimentele stromingen zijn kunstenaars op zoek naar een taal voor hun innerlijke waarheid of naar de zuivere vorm.
8. Na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog: God is verdwenen. In de ontstane leegte staat de interpreterende mens centraal, die zijn ervaringen op uiteenlopende manieren verbeeldt.
Data en cursuslocaties in de regio´s Arnhem en Nijmegen worden zo spoedig mogelijk bekend gemaakt via de Nieuwsbrief. Hiervoor kunt u zich onderaan deze pagina aanmelden. Ook kunt u een e-mail sturen om uw interesse alvast kenbaar te maken!